Baanprotocol Golf Duinzicht

Artikel 1 Algemeen

 
1. Voor het bespelen van de baan stelt het bestuur eisen ten aanzien van
golfvaardigheid en kennis van de golf- en gedragsregels. Leden, aangeslotenen
met speelrecht en gastspelers dienen aan te kunnen tonen aan deze eisen te
voldoen. Het bestuur beslist over het afgeven van de baanpermissie.
 
2. Het bestuur stelt de baan en het oefenterrein met driving range, putting en
chipping green en de oefenholes open aan betalende bezoekers (greenfee
spelers/introducé(e)s) op door het bestuur te bepalen tijden.
Voor het spelen van een ronde is maximaal handicap 54 vereist of een
baanpermissie.
 
3. Alle spelers dienen, als bewijs dat zij gerechtigd zijn de baan en de
oefenfaciliteiten te gebruiken, dit kenbaar te maken door een aan de golftas op
een goed waarneembare plaats bevestigde schijf of greenfeekaart.
 
4. Gedrag in de baan en in het clubhuis is er altijd op gericht om de goede sfeer
te behouden, rekening te houden met de mensen in de omgeving en het met
respect bejegen van overige spelers en medewerkers.
 
5. Het dragen van gepaste (golf)kleding wordt aanbevolen. 
 
6. De instructies van bestuursleden, baancommissaris, marshals en
wedstrijdleiders dienen te worden opgevolgd.
 
7. Huisdieren zijn niet toegestaan in de baan en in het clubhuis.
 
8. In het clubhuis, op het terras en in de baan is roken niet toegestaan.
 
9. Telefoneren in de baan is toegestaan voorzover niet storend en in het clubhuis
verboden anders dan in noodgevallen. Het telefoneren op het terras wordt ten
zeerste afgeraden.
 
Artikel 2 Driving range en oefenfaciliteiten
1. Driving range ballen mogen slechts op de driving range worden geslagen en
niet in de baan of op de overige oefenfaciliteiten.
  
2. Op de driving range geslagen ballen mogen niet worden opgepakt om weer te
worden weggeslagen.
 
3. Er mag alleen van de matten worden afgeslagen.
 
Artikel 3 In de baan.
1. De etiquetteregels, opgenomen in het NGF golfregels-boekje, zijn integraal
van kracht.
 
2. Ingeval van onweer of zeer slechte weersomstandigheden dient het ‘Protocol
bij onweer en zeer slechte weersomstandigheden’ in acht te worden genomen.
 
3. Iedere speler is verplicht zich voorafgaand aan de golfronde in clubhuis dan
wel met gebruik van de PIM ID app in te schrijven.
 
4. Er mag alleen van hole 1 gestart worden; in wedstrijden kan daarvan worden
afgeweken.
 
5. Een flight die doorspeelt van hole 9 naar hole 1 heeft voorrang boven de te
starten flight op hole 1,tenzij de startende flight al een flight heeft doorgelaten (ritsen)
Deze bepaling is van toepassing wanneer gebruikmaking van de spiraal is
voorgeschreven.
 
6. Altijd geldt dat pas afgeslagen kan worden als de voorgaande flight de green
verlaten heeft. Dit geldt voor alle par 3 holes. Bij een par 4 hole dient men zekerheid
te hebben dat de afstand tot de voorgaande flight voldoende is om veilig te kunnen
afslaan en de green pas aan te spelen als de voorgaande flight de green heeft verlaten.
 
7. Rekening dient te worden gehouden met het baanpersoneel dat
werkzaamheden uitvoert.
 
8. Het baanpersoneel en de marshal, hebben altijd voorrang voor het uitvoeren
van hun werkzaamheden. Spelers dienen te wachten met (af)slaan tot het
baanpersoneel of de marshal een teken geeft dat kan worden doorgespeeld.
 
9. Flights van meer dan 4 spelers zijn niet toegestaan, tenzij anders aangegeven.
Tevens moet de maximaal gezamenlijke exact-handicap van een flight minder dan 100
zijn.
 
10. Iedere speler speelt met de inhoud van zijn of haar eigen golftas.
 
11. Het is niet toegestaan om naar ballen te vissen in de vijvers; ook niet naar de
eigen bal.
 
12. Walkanten van waterhindernissen mogen niet betreden worden, anders dan
bij toepassing van regel 13.1 van het NGF -Regelboekje.
 
13. Het is verplicht om af te slaan van de baanmatten, tussen de teemarkers, en op
de grastees binnen de teemarkers, en binnen 2 stoklengtes.
 
14. Het is niet toegestaan een speler in gevaar te brengen dan wel op te jagen.
 
Artikel 4 In de baan
1. Wanneer een flight één of meer holes leeg voor zich heeft, moet een snellere
flight worden doorgelaten.
 
2. Een flight van twee heeft voorrang op een flight van 3 of 4, mits er een hole leeg
is. Ook een alleen spelende speler heeft recht op voorrang.
 
3. Indien men een bal gaat zoeken, moeten achteropkomend spelers doorgelaten
worden (ook een één bal) zoals de etiquette bepaalt.
4..Als een bal verloren kan zijn of “out of bounds” kan liggen moet een
provisionele bal worden gespeeld.
 
5. De tas moet zodanig worden geplaatst, dat deze buiten bereik ligt/staat voor de
afslag van de voorgaande hole.
 
6. De tas moet ook bij de green zodanig geplaatst worden dat deze zo snel mogelijk
naar de volgende hole meegenomen kan worden, waar ook de score genoteerd
wordt.
 
7. Een pitchfork dient te allen tijde bij de hand te zijn.